Van Cape Reinga tot aan Bluff en alles daar tussenin

31 mei 2015 - Wellington, Nieuw-Zeeland

Reizen moet je nooit te veel willen plannen, want je wijkt er toch wel van af. Toen ik 10 maanden geleden vertrok naar Zuid Amerika had ik in m'n hoofd ongeveer 5 tot 6 weken in nieuw zeeland te blijven. Het zijn er 12 geworden. De titel van deze blog verwijst naar een veelgebruikte uitspraak in Nieuw Zeeland. Cape Reinga en Bluff zijn de meest noordelijk en meest zuidelijk gelegen plaatsen. Hoewel dit niet echt waar is, beide hebben namelijk nog een zooi naamloze rotsen boven of onder zich te dulden, klinkt het wel erg mooi. Vandaar dat Cape Reinga en Bluff worden gebruikt om aan te geven dat je van noordelijk Nieuw Zeeland helemaal naar het zuiden bent gereisd.

Van het noorden naar het zuiden en alles dat daartussen ligt. Dat is behoorlijk wat en om alles hier uitgebreid te beschrijven is onbegonnen werk. Omdat één: niemand de tijd heeft dat te lezen, twee: ik niet de tijd heb het allemaal op te schrijven en drie: er geen schrijver is die het landschap en het land goed kan beschrijven. Mooi, prachtig, stunning, waanzinnig vallen allemaal in het niet als je probeert dit land in woorden weer te geven. De lonely planet heeft het geprobeerd te verwoorden door te zeggen dat je in Nieuw Zeeland elke dag minstens een keer een 'wow'-moment hebt. Als je die groene heuvels, de besneeuwde bergketens, de diepe meren, de droge vlaktes, de woeste regenwouden, de bulderende rivieren, de diepe canyons en de eindeloze stranden onverwachts tegen komt weet je vaak namelijk even niets anders uit te brengen dan 'wow'.

Ik begon m'n trip in Auckland. De grootste stad van Nieuw Zeeland en alles behalve typisch kiwi. Het is een gigantische 'concrete jungle', waarvan de meeste kiwi's zeggen dat er maar een activiteit echt goed is in Auckland en dat is weggaan. Ik heb het advies dan ook opgevolgd en vertrok naar de Bay of islands, ten noorden van Auckland. Ik zou reizen met de Kiwi Experience, een soort hop on- hop off bus. Het slechtst gespendeerde geld ooit. Ik had het gevoel op schoolreisje te zijn: de gids vond het nodig me te vertellen dat het handig was naar het toilet te gaan voordat we 4 uur in de bus zouden zitten. Bedankt Captain Obvious. Erg hop on hop off was het ook niet, want je moest vanwege de drukte minstens enkele dagen van te voren reserveren. En aangezien ik niet echt een planner ben (zeker niet op reis), kreeg ik constant te horen dat ik op stand-by was geplaatst. Na m'n avontuur in de Bay of Islands, met m'n uitstapje naar Cape Reinga, vertrok ik samen met twee meisjes naar Coromandel. Iets ten oosten van Auckland. Coromandel is beroemd vanwege een prachtige scenic coastal road, de cathedral coves en hot water beach. Het Coromandel peninsula is werkelijk prachtig. De natuur lijkt nergens echt te kloppen. Ik kan me namelijk geen andere plek herinneren waar het lijkt alsof er zo veel verschillende natuurgebieden dwars door elkaar lopen. Je loopt namelijk in de duinen, maar de begroeiing lijkt meer op de jungle met hoge varens en bemoste bomen. Echter, je loopt een bocht om en je staat opeens tussen de naaldbomen en je waant je meer in een zonnig gebied in Scandinavië. Totdat je richting zee kijkt en je een groenblauwe oceaan ziet met allerlei kleine eilandjes hier en daar. Dat heeft meer weg van een exotisch gebied in Azië. Hot water beach is, zoals de naam wellicht doet vermoeden, een strand met heet water. Heet is een understatement. Het kookt. Op sommige plaatsen op het strand, daar waar het water rechtstreeks vanuit de diepste plekken op aarde het oppervlakte bereikt kan je niet op blote voeten lopen zonder direct blaren te krijgen. De bedoeling is een schep mee te nemen, een goede plek te zoeken en daar je eigen natuurlijke hot spring te graven. Dat kan echter alleen tijdens laagtij, dus hoe hoger het tij komt, hoe kleiner het strand is en hoe minder kans je hebt op een goede plek. Mijn bedoeling was om in hot water beach weer op de kiwi Experience bus te springen. Ik ben immers Nederlander en ik had er al voor betaald en dus wilde ik er ook gebruik van maken. Dat liep echter anders aangezien hot water beach amper overnachtingsmogelijkheden heeft en ik dus niet op tijd bij de bus kon zijn. In plaats daarvan ging ik met een kleine tussenstop in Auckland richting Raglan. Raglan is een van m'n favoriete plekken in nieuw zeeland (en zelfs van m'n afgelopen reis!). Het draait in Raglan maar om één ding: surfen. Winkels sluiten gerust de deuren als de surf goed is. Liften met een surfplank is nergens makkelijker. Iedereen heeft er namelijk een paar op het dak van de auto gebonden, en er kan er dus makkelijk een bij. Het dorp is verder niet al te bruisend, maar de sfeer is er zeer relaxt. Ik had gepland om 2 nachten te blijven, maar dat zijn er uiteindelijk 7 geworden. De sfeer was echt ontzettend fijn, met hele vriendelijke en leuke mensen in het hostel. Ik heb tussendoor een klein uitstapje gemaakt naar Waitomo,waar ik m'n adrenaline shot kon krijgen met een tocht dwars door de grotten. Een dertig meter onverlichte, pikdonkere stenen schacht in abseilen, ziplinen, tuben en rotsklimmen (zonder zekeringen) terwijl we werden begeleid door de bewoners en (grote attractie van Waitomo): de gloeiworm. De tocht gaf me de benodigde adrenaline, terwijl we ondertussen leerden wat de gloeiwormen nou daadwerkelijk zijn. Voor degene die graag de wereld een iets minder mooie plek willen zien worden, ik nodig je uit de gloeiworm te googlen. De rest laat ik in de waan dat het gewoon het antwoord van moeder natuur is op donkere grotten.

Na deze ondergrondse tocht wilde ik liftend terug naar Raglan. M'n allereerste liftavontuur ooit. Je bent in nieuw zeeland dus overal lopen vriendelijke mensen rond. Zo ook een van m'n tourguides. Die hoorde dat ik de dag erna wilde gaan liften en besloot me voor het werk naar het volgende dorp te rijden en op een goede spot af te zetten. Het weer was zonnig en hoewel ik redelijk lang moest wachten (45 min), werd ik uiteindelijk opgepikt door een keurige Britse man, die me een preek gaf waar m'n ouders jaloers op zouden zijn. All in all, ik heb de tocht sneller (en goedkoper) afgelegd dan met het openbaar vervoer.

Na een week lang te hebben gerelaxed in Raglan, was het tijd om naar Taupo te gaan. Taupo is de adventure capital van het noordeiland en de basis voor een van de meest populaire dag hikes ter wereld! Ik had inmiddels een reismaatje opgedaan die met mij wel de Tongariro Crossing wilde doen. Naast dat de natuur tijdens deze trek een van de mooiste is in nieuw zeeland, is de Crossing ook wereldberoemd vanwege het feit dat het lijkt alsof je meespeelt in de Lord of the Rings. Grote delen van de film zijn namelijk opgenomen in dit national park. Voor degene die zich niet elke scène van de films kan herinneren, een van de iconen van het park is Mt. [NAAM], ook wel bekend als Mt. Doom. Helaas kon ik niet net als Frodo de berg trotseren, aangezien het een extreme weather day was, en er windstoten van meer dan 60 km/pu over de bergen jaagden. Aangezien ik niet een zooi adelaars had om me van de berg te redden als het allemaal even te veel werd, moesten we deze uitstap overslaan. De tocht was stukken zwaarder dan ik had verwacht. Ondanks dat het op een veel lagere hoogte lag dan de Incatrail, was het niveau van de berg wel wat zwaarder. We moesten een heel groot stuk klimmen, terwijl de wind ons probeerde van de berg te trekken. Bijna boven aangekomen heb ik me aan m'n reismaatje vastgeklampt, omdat de het pad niet meer dan 1,5 meter breed was, met aan beide kanten een diep ravijn en nergens een hekje om je val eventueel te breken. Het uitzicht was het allemaal waard. Aan de ene kant kon je het bos en iets verderop Taupo zien liggen en aan de andere kant van de berg een woest kaal woestijnachtig landschap met een actieve vulkaan en azuurblauwe meren als welkome afwisseling. Afdalen was wel sneller, maar niet makkelijker dan klimmen. Het was namelijk een zachte grond, geen houvast en constant vallende stenen die door degene achter je jouw richting werden gestuurd. Het was een vallen in stijl, want je moest gewoon glijden, springen en zorgen dat je je evenwicht niet verloor. Het kon uiteraard ook in de ouderwetse manier van op je billen zitten en kruipen, maar dat is lang niet zo leuk. De laatste kilometers, van de in totaal 18 km, heb ik mezelf echt vooruit moeten slepen. Hoewel ik me echt vergist had in de zwaarte van de tocht, zoi de tocht zo weer zou doen. Het uitzicht is het namelijk allemaal waard.

In Taupo stapte ik eindelijk weer op de kiwi Experience richting Wellington. Windy welly stond in het teken van het ontmoeten van oude kennissen. Twee meisjes die ik Raglan had leren kennen waren ook in de stad, dus er moest een kleine reünie worden gepland. De laatste keer dat ik in Wellington was, verbleef ik er slechts 2 nachten. Dat was echter genoeg om me verliefd te laten worden. Ik besloot deze keer dan ook wat langer te blijven. Ik had geluk, want het weer, dat in Wellington vaker slecht dan goed is, heeft me enkele prachtige dagen gegeven. Wellington is tevens de springplank richting het zuideiland. Daar begon ik m'n trip in Nelson. Beroemd vanwege z'n appels, wijnen, cider en bier (ik zie hier een trend), het goede weer en het Abel Tasman Nationaal park. Aangezien ik het volledige zat was om in de Kiwi bus behandeld te worden als een 15-jarige die nog aan de hand van mama moest lopen, en omringd te worden door mensen die een land ranken aan de kwaliteit van de bars en het uitgaansleven, wilde ik een auto kopen. Begrijp me overigens niet verkeerd, ik heb hele leuke mensen op de Kiwi ontmoet, het was gewoon niet mijn stijl van reizen. Ali, een van de meisjes uit Raglan, vond het best een goed idee om een auto aan te schaffen en wilde wel de kosten splitten. Voordat we tot koop overgingen vertrokken we naar het Abel Tasman nationaal park. Hier hebben we een klein deel van de volledige tocht gelopen. We legden 'slechts' 15 km af. Het park kent gouden stranden, veel bos (zo ongeveer bovenop het strand) en een diepblauwe zee. Het uitzicht over zee, dat we af en toe tussen de bomen te zien kregen, was dan ook onbeschrijfelijk. Na Abel Tasman wilden we naar Takaka, daar waar ze in de hippietijd van de jaren 60 zijn blijven steken. Elke derde persoon die je straat tegen kwam had een banjo, ukelele of gitaar in z'n handen en in de winkel werd je uitgezwaaid met de woorden: may peace be with you en namaste. Het communityboard hing vol met cursussen als chakra's lezen, expressief dansen en yoga. Even een paar dagen uitblazen voordat we verder zouden liften naar het zuiden.

Vanaf Takaka zijn we langs de westkust naar het zuiden gelift. In Nieuw Zeeland is liften bijna een officiële manier van vervoeren. Iedereen lift er en het liften is ook makkelijk. Op onze tocht langs de westkust hebben we nooit langer dan 40 minuten hoeven wachten. Helaas bleek ons geluk op toen we terugkeerden naar de westport.Tot twee keer moesten we op geven. Dat kan ook te maken hebben gehad met dat we naar een dorp wilden waar geen doorgaande weg was. In queenstown, party- en adrenaline capital van nieuw zeeland zagen we de eerste sneeuw. Een hele nieuwe ervaring om een canyonswing te doen terwijl de sneeuw om je heen vliegt. Canyonswingen is een soort van bungeejumpen, maar in plaats van op en neer te bungelen na je vrije val, schiet je bij de canyonswing door. De bedoeling is eigenlijk ook op de meest vreemde manier naar beneden te springen. Ik zat vastgebonden in een stoel, maar ik heb ook beelden gezien van iemand die in z'n kano de 110 meter naar beneden sprong.

In queenstown hebben we ook de wereldberoemde Fergburger gegeten. Het zijn de allerbeste burgers ter wereld, dus je moet bereid zijn in de rij te staan. Ik ben doorgaans erg sceptisch als het aankomt op in de rij staan voor 'het beste ... van de wereld', maar het was het waard. Wat ze precies in de burger stoppen weet ik niet, maar hij was hemels! Aangezien de winter nu toch echt begon in te treden en we ook graag naar het natuurpark de Catlins wilden, huurden we in queenstown een auto; Bruce. Met Bruce hebben we de oostkust van het zuideiland getourd. De bedoeling was dat we heel veel wildlife zouden zien. Pinguïns, zeeleeuwen, dolfijnen en walvissen. Het is gebleven bij een verdwaalde zeeleeuw.

Christchurch wordt door vele backpackers omschreven als een puinhoop waar niets te doen is. De aardbeving heeft inderdaad flink huis gehouden. De stad zoals ik het 6 jaar geleden had gezien, bestond niet meer. Echter, dat vond ik nu de aantrekkingskracht. De veerkracht van de bewoners is waanzinnig. Ze doen hun best om de stad leefbaar te maken met dat wat ze nu hebben. Overal staat (straat)kunst en ze hebben zelfs een heel gaaf winkelcentrum uit containers gebouwd. Vanuit Christchurch vertrokken we van de oostkust en gingen we weer terug naar de westkust. We zouden 3 weken gaan werken voor accommodatie in westport. Westport is een typische doorvoer stad. Iedereen stopt er om bij te tanken, maar vertrekt ook direct weer. Zonde, want westport heeft zo ontzettend veel te bieden. De omgeving, het is een regenwoud, is prachtig en je hebt er alles wat je voor de outdoors nodig hebt. Bergen om in te mountainbiken, verborgen hiketrails om te trampen, woeste rivieren door prachtige gorges om in te raften en het belangrijkste; golven om op te surfen.

Drie weken lang werkte ik 3 uur per dag (met uitzondering van ons idee om de keuken te redecoreren) en surfte ik in de middag. Als de surf niet goed was (wat helaas best vaak was), deden we aan yoga, gingen we naar de sportschool of keken we films in de Lounge. Het was immers laagseizoen aan het worden, dus het was niet zo druk. Het hostel werd mijn thuis weg van huis. Compleet met huisgenoten waarmee je alles deed. Koken, boodschappen, sporten en gewoon chillen. Ik vierde m'n 25e verjaardag in westport en het was er, mede dankzij mijn nieuwe 'huis', een om nooit te vergeten. Overdag heb ik m'n eigen mes gesmeed. In de pauzes mochten we onze Hunger Games skills testen door bijlen en werpsterren te gooien. Ik ben blij dat ik voor m'n overleven niet afhankelijk ben van m'n bijlwerpskills. Ik had het namelijk niet gered. Ik blijk beroerd in het gooien van bijlen. Werpsterren daarentegen waren echt mijn ding. Zal wel met de Aziatische genen hebben te maken. Tijdens de lunch mochten we met de mini pony's wandelen. We mochten ze zelfs over hordes laten springen. Mijn pony had daar echter absoluut geen zin in en bleef koppig staan. Ik verdenk het beestje er van stiekem een ezeltje te zijn. Terug in het hostel had mijn Britse 'huisgenoot' een gigantische lambroast gemaakt. Als dessert had Ali, mijn reisgenootje van de afgelopen twee maanden, een gigantische chocoladetaart gemaakt. Compleet met afbeelding van een paarse eenhoorn die een regenboog uitspuugde. Het is een lang verhaal, maar het komt er op neer dat elke keer dat we een regenboog zagen (wat echt heel vaak is geweest) begonnen te brullen over paarse eenhoorns. De avond werd afgesloten met een 'woeste' nacht in het wilde westport. Vlak na mijn verjaardag was het echter al weer tijd afscheid te nemen van westport en nieuw zeeland. Vooral weggaan uit westport was moeilijk. Afscheid nemen is nooit makkelijk. Mensen die je ontmoet als je aan het reizen bent, zie je vaak nooit meer. Maar westport was meer dan reizen, westport was thuis geworden. Daarnaast was ik verdrietig over het vertrek uit nieuw zeeland zelf. Nieuw zeeland ligt zo ellendig ver weg, dat het niet waarschijnlijk is dat je er snel terugkomt. Hoewel ik dat 6 jaar geleden ook zei, dus wie weet.

De drie maanden zijn voorbij gevlogen. Nieuw zeeland is een dure bestemming, maar het is elke dollar, euro, penny waard geweest. De mensen zijn er open en vriendelijk, ze hebben een waanzinnige en niet te beschrijven mooie natuur en er is altijd wat te doen. Het was een moeilijk afscheid, maar ik weet wel dat het geen definitief vaarwel was. New Zealand I'll be back!